Wetvoorstel: Meer zekerheid voor flexwerkers

De arbeidsmarkt is de afgelopen jaren sterk veranderd. Flexibele contracten zijn onmisbaar, maar zorgen ook voor onzekerheid bij werknemers. Onregelmatige uren, onduidelijke roosters en onvoorspelbare inkomens maken het lastig om vooruit te plannen. Om hier verandering in te brengen, ligt er een wetsvoorstel op tafel: de Wet meer zekerheid flexwerkers. Het doel is invoering per 1 januari 2026, al is de precieze uitwerking nog afhankelijk van de politieke besluitvorming.

Waarom dit wetsvoorstel er ligt

De wet moet zorgen voor meer rechten en minder onzekerheid voor flexwerkers. Er is al jaren kritiek op oproepcontracten en de onvoorspelbaarheid die ze met zich meebrengen. Veel mensen werken in feite structureel, maar hebben geen vaste uren of inkomenszekerheid. Dit maakt het lastig om bijvoorbeeld een hypotheek af te sluiten of financiële verplichtingen aan te gaan.

Het wetsvoorstel moet dat probleem aanpakken. Flexwerk blijft mogelijk, maar wel met meer duidelijkheid en zekerheid.

Wat zijn de belangrijkste voorgestelde veranderingen?

Van oproepcontract naar basiscontract

Oproepcontracten verdwijnen in hun huidige vorm. Daarvoor in de plaats komt het basiscontract. Hierin wordt een minimaal aantal uren vastgelegd, met de mogelijkheid om extra uren te werken. Werknemers weten daardoor altijd op welk inkomen ze minimaal kunnen rekenen.

Meer invloed op roosters en werktijden

Flexwerkers krijgen volgens het voorstel meer zeggenschap over hun werktijden. Werkgevers moeten vooraf duidelijk maken binnen welke tijdvakken werknemers kunnen worden ingeroosterd. Lastminute oproepen worden zo beperkt.

Aanbod van vaste uren bij structurele inzet

Wie langere tijd structureel hetzelfde aantal uren werkt, moet volgens het wetsvoorstel een contractaanbod krijgen met die vaste uren. Dit voorkomt dat mensen jarenlang in een schijn-flexconstructie blijven hangen.

Mogelijke gevolgen voor uitzendbureaus en inleners

Voor uitzendbureaus en inlenende organisaties betekent het voorstel meer aandacht voor contractbeheer en planning. Basiscontracten moeten helder en transparant zijn, en roosters moeten beter worden afgestemd en eerder worden gedeeld.

Ook de administratie verandert. HR- en payrollsystemen moeten worden aangepast zodat contracten en roosters automatisch voldoen aan de nieuwe regels. Voor bureaus en opdrachtgevers betekent dit extra werk en hogere kosten.

Wat betekent dit voor werknemers?

Voor flexwerkers is het voorstel vooral positief. Zij krijgen meer zekerheid over inkomen, roosters en vakantiedagen. Het basiscontract maakt duidelijk hoeveel uren minimaal gegarandeerd zijn en geeft overzicht over rechten en plichten.

Toch zijn er ook aandachtspunten. Niet alles staat al definitief vast en de overgang van oude oproepcontracten naar nieuwe basiscontracten kan ingewikkeld zijn. Het is nog niet duidelijk hoe soepel dat in de praktijk zal verlopen.

Uitdagingen voor werkgevers

Werkgevers zullen processen en systemen moeten aanpassen en rekening moeten houden met hogere kosten. Roosters worden minder flexibel, wat betekent dat planning en communicatie belangrijker worden. Voor HR en management vraagt dit om een nieuwe manier van werken, met meer nadruk op structuur en voorspelbaarheid.

Conclusie

De Wet meer zekerheid flexwerkers is nog niet definitief ingevoerd, maar de richting is duidelijk: meer bescherming en zekerheid voor werknemers en meer verantwoordelijkheden voor werkgevers en uitzendbureaus. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen en per 2026 ingaat, verdwijnen oproepcontracten en maken ze plaats voor basiscontracten met gegarandeerde uren, duidelijkere roosters en meer rechten voor werknemers.

Voor flexwerkers betekent dit een eerlijker en stabieler werkklimaat. Voor werkgevers betekent het extra kosten en administratieve lasten, maar ook de kans om aantrekkelijker te worden als betrouwbare werkgever.